Per 1 juli is er, door veranderingen in wetten en regels, een aantal zaken veranderd in je portemonnee. Dit zijn de grootste verschillen.

Het minimumloon is iets hoger

Het zogenoemde wettelijk brutominimumloon voor werknemers vanaf 22 jaar is nu 1.594,20 euro per maand, bij een volledig dienstverband. Dat was 1.578 euro. Het hangt van de sector en de cao af of een volledige werkweek uit 36, 38 of 40 uur bestaat. Het minimumjeugdloon is ook iets gestegen.

Inkomen AOW’ers, bijstandsgerechtigden en WW’ers stijgt licht

Uitkeringen zijn gekoppeld aan minimumloon en stijgen dus mee. Zo is de bijstandsuitkering voor gehuwden en samenwonenden gestegen naar 1.423,66 euro per maand, inclusief vakantie-uitkering. Voor alleenstaanden en alleenstaande ouders is dit in totaal 996,56 euro per maand. De hoogte van de AOW en WW-uitkering is van meerdere factoren afhankelijk.

Kinderbijslag stijgt mee met de inflatie

Ouders en verzorgers van kinderen tot en met 17 jaar krijgen ruim 1 euro per maand meer voor alle leeftijdsgroepen.

Sociale huur gaat gemiddeld met 1,5 procent omhoog

De huren gaan gemiddeld met 1,5 procent omhoog, wat 0,1 procentpunt meer is dan de inflatie.

Energie valt duurder uit

Gas- en elektriciteitsrekeningen met variabele prijzen gaan hoger uitvallen. Dit geldt voor ongeveer de helft van de huishoudens. Volgens vergelijkingssite Pricewise komt het neer op 64 euro per jaar meer, Gaslicht.com kwam neer op zo’n 72 euro op jaarbasis.

Collegegeld eerste studiejaar wordt gehalveerd

Met ingang van het studiejaar 2018/2019 wordt het collegeld voor eerstejaarsstudenten in het hoger onderwijs gehalveerd: van 2.060 euro naar 1.030 euro. De wet moet nog wel door de Eerste Kamer.

Internet en televisie worden iets duurder

Vrijwel alle aanbieders van internet, televisie en bellen hebben per 1 juli hun prijzen opgeschroefd met 2 tot 3 euro per maand. Alleen T-Mobile houdt de prijzen zoals ze zijn.

Andere artikelen