De groep huishoudens die minimaal vier jaar van een laag inkomen moet rondkomen, is verder gegroeid. In 2016 leefden 224.000 huishoudens langdurig in armoede. Dat waren er vijftienduizend meer dan een jaar eerder blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), zo meldt Nu.nl.

In 2016 leefde 3,3 procent van alle Nederlandse huishoudens langdurig in armoede. In 2014 kwam dit aandeel nog op 2,7 procent uit. Dit komt vooral doordat steeds meer huishoudens langere tijd moeten rondkomen van een bijstandsuitkering.

Kinderen

In 2016 hadden 590.000 huishoudens een laag inkomen: dit komt neer op 8,2 procent. Het betrof ruim 292.000 minderjarige kinderen. Dit zijn er wel 11.000 minder dan een jaar eerder. 117.000 kinderen leefden toen al vier jaar in een huishouden met een laag inkomen. Dat waren er ongeveer evenveel als een jaar eerder. Ruim vier op de tien kinderen binnen deze groep groeit op in een eenoudergezin.

Steden

In Rotterdam (15,3 procent), Groningen (14,7 procent) en Amsterdam (14,6 procent) was het risico op armoede het grootst. In het Gelderse Rozendaal was het aandeel huishoudens met een laag inkomen met 2,9 procent het kleinst.

Vluchtelingen

Verder meldt het CBS dat ruim de helft van de huishoudens met mensen afkomstig uit vluchtelinglanden in 2016 een inkomen onder de lage-inkomensgrens had. Dit is ruim zes keer zoveel als gemiddeld.

ZZP’ers

Daarnaast blijken ZZP’ers van alle werkenden tussen de 15 tot 75 jaar het grootste risico op armoede te lopen. In 2016 maakte 9,4 procent van de ZZP’ers in die leeftijdscategorie deel uit van een huishouden onder de lage-inkomensgrens. Onder zelfstandigen met personeel is het aandeel met 5,2 procent een stuk lager. Voor werknemers geldt dat 1,7 procent in een huishouden met een laag inkomen zit.

65-plussers

Van alle leeftijdscategorieën lopen 65-plussers het minste risico op armoede en langdurige armoede. Zodra mensen met een laag inkomen met pensioen gaan, verbetert hun financiële situatie vaak. Met een volledig AOW-pensioen komen zij namelijk boven de lage-inkomensgrens uit. Ook hebben veel AOW’ers een aanvullend pensioen en inkomsten uit vermogen.

Andere artikelen